Brevetten Delta

Leerplan deltavliegen

Download het Leerplan deltavliegen

 

Algemene bepalingen brevetten deltavliegen

  • Voor het behalen van elk BVVF-brevet moet men in regel zijn met het BVVF-lidgeld en verzekerd zijn in Burgerlijke Aansprakelijkheid voor de vrije vlucht.
  • De vluchten die vereist zijn voor de diverse brevetten dienen genoteerd in een vliegboekje en afgetekend te worden door een BVVF-Observator, een BVVF (Hulp-) Monitor of een door een erkend monitor van een buitenlandse federatie (buitenlandse federatie erkend door de BVVF). Naam en federatienummer van deze personen moeten duidelijk genoteerd worden.
  • De Raad van Bestuur van de BVVF kan uitzonderingen maken bij het toekennen van brevetten en kan elk BVVF-brevet intrekken of nietig verklaren. De Raad van Bestuur beslist door stemming van zijn leden na grondig onderzoek en op advies van de Commissie Opleidingen van de BVVF.
  • Bij geschillen tussen een leerling en zijn monitor(en), kan een schriftelijke klacht gericht worden aan de Raad van Bestuur van de BVVF . Deze klacht zal steeds in de eerstvolgende Vergadering van de Raad van Bestuur behandeld worden.
  • De vliegboekjes en de originelen van alle gevraagde attesten moeten naar het secretariaat opgestuurd worden. De secretaris zal de kaart waarop het brevet vermeld staat, opsturen indien alle voorwaarden voor het brevet vervuld zijn, of het dossier voorleggen aan de Raad van Bestuur van de BVVF , die uitspraak zal doen.
  • Voor de brevetten (in alle disciplines) van “Duopiloot”, “Initiator”, “Hulpmonitor”, “Monitor”, “Lierman”, moet elke kandidaat de toelating om de opleiding tot dit brevet te mogen aanvangen op voorhand verkrijgen van de Raad van Bestuur van de BVVF. De aanvraag moet verstuurd worden aan het BVVF-secretariaat en goedgekeurd worden door de Raad van Bestuur van de BVVF voor aanvang van de opleiding.

De opleiding

Er wordt aangeraden de opleiding voort te zetten in een door de BVVF erkende school tot aan het brevet van XC-Piloot.
In het buitenland moet de school erkend zijn door de Vrije Vlucht Federatie van dat land.
Daarenboven zal deze buitenlandse vrije vlucht federatie door de BVVF erkend moeten worden als legitieme en ernstige Vrije Vlucht Federatie.

Attest Aspirant-piloot Deltavliegen

Dit brevet wordt door een BVVF-Monitor of een door een buitenlandse federatie erkende monitor aan het einde van de initiatieopleiding afgeleverd in de vorm van een kaart, die door de school zelf uitgegeven wordt. In geen geval mag deze kaart de term “piloot’ vermelden, dit om geen verwarring te creëren bij de autoriteiten. Dit brevet is altijd geldig voor een periode van 2 jaar maar mag door een BVVF-Monitor hernieuwd worden na hertoetsing van het niveau van de leerling. Voorwaarden voor dit brevet:

1. Vliegboekje

  •  20 vluchten van meer dan 500 m hoogteverschil, waarvan 10 zonder radiocontact, onder begeleiding van een BVVF-Monitor of een door een buitenlandse federatie erkende monitor.

2. Vereiste praktische kennis

  • Opbouwen, pre-flight check, afbouwen.
  • Basisoefeningen aan de grond.
  • Met de delta lopen op een plat vlak, waarbij invalshoek en hellingshoek gecontroleerd moeten worden.
  • Toestel controleren in de wind.
  • Goede houding en toestelbeheersing bij start.
  • Starten met nulwind.
  • Starten met wind van maximum 20 km/u.
  • Controle van de vliegsnelheid.
  • Vlucht met baancorrectie.
  • Bochten maken van 45°.
  • Correcte landing.

3. Vereiste elementaire theorie

  • Stuurtechniek.
  • Aerodynamica.
  • Meteorologie en micrometeorologie.
  • Toestel en uitrusting.
  • Luchtvaartreglementering.

Brevet XC-Piloot Deltavliegen

Dit brevet getuigt van het verwerven van de minimale theoretische en praktische noties om te kunnen beslissen om te vliegen, alleen of begeleid, in functie van de vliegplaats en de omstandigheden van het moment, en getuigt ook van een minimum kennis van de Belgische luchtvaartreglementering en laat dus toe afstandsvluchten of zogenaamde “crosscountry” (XC) -vluchten aan te vatten. Dit brevet is GEEN bewijs dat de piloot een ervaren piloot is. Voorwaarden om dit brevet te bekomen:

1. Vliegboekje

  • Houder zijn van het Brevet Aspirant-piloot of buitenlands equivalent.
  • 10 vluchten van meer dan 500 m hoogteverschil, zonder radiocontact, onder begeleiding van een BVVF-Monitor of een erkende buitenlandse monitor.
  • 40 andere vluchten van meer dan 300 m op minstens 5 verschillende vliegplaatsen, waarvan maximaal 10 met lierstart en 10 met sleepstart (achter DPM of ULM).
  • Deze vluchten moeten gemaakt worden op minstens 5 verschillende hellingstartplaatsen.
  • Twee vluchten van 30 minuten en één vlucht van een uur gemaakt hebben.

2. Theoretisch examen

  • De kandidaat-piloot dient te slagen in een multiple-choice examen, georganiseerd door de BVVF (data en plaatsen in het federatieblad). Om te slagen moet men 75 % van de punten behalen. Het examen gaat over de elementaire kennis van luchtvaartreglementering, aerodynamica, meteorologie en micrometeorologie, vliegtechniek en materiaalkennis.
  • Het theoretisch examen mag voor of na het praktisch examen afgelegd worden.

3. Praktisch examen:

Bestaatuit één of meerdere vluchten, waarin de Monitor of BVVF-Examinator de graad van autonomie van de leerling nagaat alsook zijn capaciteiten om de vliegomstandigheden te beoordelen. De praktische tests kunnen zijn:

  • Analyse van de vliegomstandigheden.
  • Starten met 30° zijwind.
  • Vliegen aan minimum daalsnelheid.
  • Vliegen aan maximum glijgetal.
  • Vliegen aan hoge snelheden.
  • Gecontroleerde scherpe bochten maken.
  • 360° en “acht”-figuren maken.
  • Vleugel overtrekken (stallen) op een veilige hoogte.
  • Aanvlucht “in S” en “in U” maken.
  • Landen in een cirkel van 50 m diameter.
  • Vliegen samen met andere piloten en hierbij de voorrangsregels naleven.

Al deze demonstraties moeten aantonen dat de leerling een minimum aan autonomie en een gezondehouding ten opzichte van anderen bezit. De monitor mag, indien hij de leerling goed kent, zich verlaten op vluchten die hij voorheen reeds gezien heeft.

4. Bekrachtiging en aflevering brevet

Vliegboekje en het attest van het praktisch examen opsturen naar het BVVF-Secretariaat, die de kaart waarop het brevet vermeld staat terugstuurt, indien toegekend.

5. Equivalentie met hetoude brevet

De houders van het oude BVVF-brevet van Piloot kunnen het nieuwe brevet bekomen door het gedeelte luchtvaartreglementering van het theoretisch examen met succes af te leggen of door documenten voor te leggen waaruit blijkt dat ze geslaagd zijn in een evenwaardig theoretisch examen luchtvaartreglementering.

Brevet Observator Deltavliegen

De BVVF-Observator is een piloot met veel ervaring die vluchten kan aftekenen en begeleiding geven aan piloten in opleiding met minstens het brevet Einde Initiatie, ’t is te zeggen die minstens:

  • Een opleiding van minstens twee weken met een erkende monitor gedaan hebben, waarin ze de minimum basistheorie en -praktijk hebben geleerd om te beginnen deltavliegen (met attest van monitor hiervan).
  • 10 radiostille vluchten met hoogteverschil van minstens 300 m gedaan hebben (met attest van monitor).

De BVVF-Observator is geen lesgever maar een piloot met voldoende ervaring om te kunnen beslissen of piloten in opleiding, die reeds een zekere graad van autonomie bezitten, daadwerkelijk kunnen vliegen in de omstandigheden van het moment op de vliegplaats waar ze zich bevinden. Hij kan ook de verzekering Burgerlijke Aansprakelijkheid voor het beoefenen van deltavliegen van de piloten in opleiding controleren. In geen geval zal hij de piloten in opleiding een bezoldiging vragen voor deze vrijwillige taak en in geen geval zal hij verantwoordelijk worden gesteld voor ongelukken door de leerling-piloot.

1. Voorwaarden voor dit brevet

  • Het brevet van Piloot bezitten sedert minstens twee jaar.
  • 100 vluchten van meer dan 300 m.
  • Als Observator aanvaard worden door de Beheerraad van de BVVF, waarbij andere elementen dan degene hierboven vermeld kunnen meespelen.

2. Bekrachtiging en aflevering brevet

Origineel vliegboekje opsturen naar het BVVF-Secretariaat, die de kaart met het brevet erop vermeld terugstuurt, indien toegekend.

Brevet Duopiloot Deltavliegen

Dit brevet laat toe een passagier mee te nemen in duo-vlucht op een voor duovliegen voorzien toestel.

1. Alvorens te starten met deze opleiding moet men

  • Het brevet van Piloot bezitten sedert minstens één jaar.
  • Minstens 50 vlieguren hebben.
  • Een verzekering Burgerlijke Aansprakelijkheid ten opzichte van duopassagiers bezitten en voorleggen.

2. Opleiding

De kandidaat moet een opleiding duovliegen volgen bij een BVVF-Monitor of een buitenlandse monitor die gekwalificeerd is om deze opleiding te geven.
De opleiding omvat:

  • Leshelling zonder passagier om de basistechnieken terug te oefenen.
  • Leshelling, intermediaire en grote vluchten met als passagier een ervaren piloot met brevet duovliegen.
  • 10 grote vluchten als boordcommandant met als passagier een gebrevetteerde delta-piloot.

De kandidaat zal van de betreffende monitor een bekwaamheidsattest duovliegen moeten bekomen. Uiteraard moet het gebruikte materiaal adequaat zijn: o.a. een duo-vleugel en een noodparachute voor twee personen.

3. Bekrachtiging en aflevering brevet

De originelen van de vliegboekjes, het logboek van de opleidingsstage en de nodige attesten opsturen naar het BVVF-Secretariaat voor goedkeuring, die de kaart waarop het brevet vermeld staat terugstuurt indien toegekend.

Brevet Hulpmonitor Deltavliegen

Zijn competenties:

  • Hij mag op zijn eentje les geven op de leshelling, weliswaar onder de verantwoordelijkheid van een Monitor.
  • Hij mag alleen op de start of landingsplaats van een hoogtevlucht staan, maar onder de verantwoordelijkheid van een Monitor die ter plaatse is (idem voor lieractiviteiten).

1. Alvorens te starten met deze opleiding moet men

  • Verzekerd zijn als monitor ten opzichte van zijn leerlingen.
  • Het brevet van Piloot delta bezitten.
  • 100 vluchten van meer dan 300 m op 10 verschillende vliegplaatsen waarvan maximum 30 lier of sleepvluchten.
  • Een vlucht van 2 uur, een hoogtewinst van 500 m en een afstand van 20 km.
  • Op voorhand een aanvraag richten aan de Beheerraad van de BVVF om zijn opleidingsstage als leerling-monitor te mogen doen, met de naam van de school en de naam van de technische directeur van de school waarbij de kandidaat zijn stage wil volbrengen.

2. Attest

  • Het gunstige attest leveren van een door de BVVF of een buitenlandse federatie erkende monitor, dat men geleerd heeft les te geven in deltavliegen op de leshelling en bij hoogtevluchten, gedurende minstens 10 effectieve dagen aan de start en minstens 15 effectieve dagen aan de landing.
  • De kandidaat Hulpmonitor zal eveneens een stageboek moeten bijhouden, waarin alle tijdens de opleiding verrichte prestaties zullen opgetekend worden (data, aantal leerlingen, beschrijving van de aan de leerlingen voorgestelde activiteiten, handtekening van de vormende monitor).
  • Minder dan 5 jaar geleden een EHBO vorming gevolgd hebben, die gelijkwaardig is aan de opleiding van Helper van het Rode Kruis (40 uren). Dit brevet dient voorgelegd te worden aan de BVVF Beheerraad samen met het gunstig verslag van de vormende monitor.
  • Minstens 85 % behaald hebben op het theorie-examen delta van de BVVF, afgelegd binnen de 3 jaar voorafgaand aan de aanvraag.

3. Examen

De Raad van Bestuur van de BVVF zal op voorhand een Monitor-examinator ( BVVF of buitenlandse erkende federatie) aanduiden, verschillend van zijn stagemeester, bij dewelke de kandidaat een praktisch examen moet afleggen door les te geven aan leerlingen. Dit lesgeven moet gebeuren zowel op leshelling als op start en landing van hoogtevluchten. Er moet op voorhand een aanvraag gebeuren om dit examen te mogen afleggen.

4. Bekrachtiging en aflevering brevet

De originelen van de vliegboekjes, het logboek van de opleidingsstage en de nodige attesten opsturen naar het BVVF-Secretariaat voor goedkeuring door de Raad van Bestuur van de BVVF. De kaart waarop het brevet vermeld staat wordt dan opgestuurd.

Brevet Monitor Deltavliegen

Zijn competenties:

  • Hij mag zelfstandig les geven op de leshelling en op hoogtestage.
  • Hij mag het BVVF-brevet van Aspirant-piloot afleveren en het praktisch examen van de BVVF voor het brevet van XC-Piloot afnemen van leerlingen.

1. Alvorens te starten met deze opleiding moet men

  • Verzekerd zijn als monitor ten opzichte van zijn leerlingen.
  • Het brevet van Hulpmonitor bezitten.
  • Twee opleidingsstages van een week (minimum 5 dagen) hebben gevolgd in een door een buitenlandse federatie erkende school, op voorhand door de Beheerraad van de BVVF aanvaard, die erin bestaan les te geven in deltavliegen aan beginnelingen tot ze meerdere grote vluchten gemaakt hebben (één week op de leshelling en één week stage met grote vluchten). De leerling moet van zijn stageleider een gunstige beoordeling krijgen.
  • 150 vluchten van meer dan 300 m waarvan maximum 50 lier of sleepvluchten, of 100 vlieguren, in beide gevallen op minimum 15 verschillende vliegplaatsen ( alle lier en sleepvlieg sites tellen samen maar voor één van de 15 vereiste vliegplaatsen).
  • Twee vluchten van 50 km gemaakt hebben in thermische omstandigheden.

2. Examens

  • De kandidaat-monitor moet zijn kennis bewijzen door een theoretische en een praktische les te geven aan echte leerlingen voor een commissie van een BVVF-Monitor (andere dan zijn lesgever) en een BVVF-Examinator, of van twee BVVF-Examinatoren. Deze twee personen zullen aangeduid worden door de Raad van Bestuur van de BVVF, volgend op de schriftelijke aanvraag van de kandidaat om het examen te mogen afleggen.
  • De kandidaat Lierinitiator zal eveneens een stageboek moeten bijhouden, waarin alle tijdens de opleiding verrichte prestaties zullen opgetekend worden (data, aantal leerlingen, beschrijving van de aan de leerlingen voorgestelde activiteiten, handtekening van de vormende monitor).
  • Minder dan 5 jaar geleden een EHBO vorming gevolgd hebben, die gelijkwaardig is aan de opleiding van Helper van het Rode Kruis (40 uren). Dit brevet dient voorgelegd te worden aan de Raad van Bestuur van de BVVF samen met het gunstig verslag van de vormende monitor.
    Een evaluatiestage van een week gevolgd hebben (minimum 6 dagen) in een erkende Belgische school die op voorhand aanvaard werd door de Raad van Bestuur van de BVVF, bestaande uit het lesgeven van deltavliegen aan beginnelingen vanaf de leshelling tot en met de eerste hoogtevluchten. De stagemeester moet een gunstige beoordeling van de stagiair geven en de typevragenlijst van de BVVF invullen.

4. Bekrachtiging en aflevering brevet

De originelen van de vliegboekjes, het logboek van de opleidingsstage en de nodige attesten opsturen naar het BVVF-Secretariaat voor goedkeuring door de Raad van Bestuur van de BVVF. De kaart waarop het brevet vermeld staat wordt dan opgestuurd indien toegekend.

Brevet Examinator Deltavliegen

Zijn bevoegdheden

  • De theoretische examens van de BVVF afnemen en verbeteren, eventueel deze examens verder mondeling uitdiepen.
  • Praktische examens voor de brevetten van Piloot en Monitor afnemen.
  • Speciale zendingen vervullen (bvb. bij geschillen), bepaald door de Raad Van Beheer van de BVVF.

Voorwaarden

  • Sinds meer dan 4 jaar het brevet van Piloot bezitten.
  • 150 grote vluchten gedaan hebben van meer dan 300 m (waarvan max. 50 aan de lier of gesleept) of 100 vlieguren. In beide gevallen op minimum 15 verschillende sites (de totaliteit van de gelierde of gesleepte vluchten telt maar voor 1 site).
  • 2 vluchten van 50 km gemaakt hebben in thermische omstandigheden.

Benoeming

Deze functie wordt toegekend door de Raad van Beheer van de BVVF voor een bepaalde duur aan mensen met ervaring, kennis en maturiteit om de verschillende taken inherent aan deze functie te vervullen.

Brevet Lierman Deltavliegen

Deze kwalificatie laat toe aan de titularis ervan om elke delta piloot op te lieren.
Om leerlingen (met minder dan 30 vluchten) op te lieren is het belangrijk dat de leerlingen begeleid zijn door een Monitor of Hulpmonitor.

Voorwaarden:

  • Het pilotenbrevet en een ervaring van 20 liervluchten wordt aangeraden.
  • Kunnen attesteren van een theoretische kennis over de liertechniek en de werking van de lier.
  • Kunnen attesteren van een praktische vorming door een lierformateur (*), die op voorhand aanvaard werd door de Raad van Bestuur van de BVVF, tijdens een tijdspanne die verschillende meteorologische omstandigheden (nulwind, veel wind, thermiek) omvat en van een ervaring van minstens 100 liervluchten onder de verantwoordelijkheid en supervisie van de lierformateur. Op het einde van de stage zal de formateur een attest afleveren dat de bekwaamheid van de kandidaat om te lieren zal omschrijven.
  • De kandidaat Lierman zal eveneens een stageboek moeten bijhouden, waarin alle tijdens zijn opleiding verrichte prestaties zullen opgetekend worden (data, aantal leerlingen, beschrijving van de weersomstandigheden, handtekening van de vormende monitor).

Het brevet van Lierman zal toegekend worden door de Raad van Bestuur van de BVVF, die hiervoor rekening zal kunnen houden met andere elementen dan deze die hierboven beschreven staan.

In geval van verandering van type lier, zal de lierman ervoor zorgen dat hij zich herschoolt op dit type lier.

(*) De lierformateur zal als dusdanig op voorhand door de Raad van Bestuur van de BVVF aanvaard moeten worden en zal aan volgende voorwaarden moeten voldoen:

  • Een ervaring van minstens twee jaar als lierman bezitten.
  • Een ervaring hebben van minstens 400 liervluchten als lierman.
  • Eventueel moeten voldoen aan een praktisch examen.

Brevet Clubbegeleider deltavliegen

1. Bevoegdheid:

De clubbegeleider is een verantwoordelijke die zelf voldoende ervaring heeft om piloten, die zelfstandig beginnen te vliegen, te helpen beslissen of ze inderdaad kunnen vliegen in de op dat ogenblik heersende omstandigheden op een vliegplaats die de begeleider zelf goed kent. Hij geeft geen onderricht, maar hij speelt een doorslaggevende rol in het clubleven waarvan hij één van de bezielers is. Hij is een bevoorrechte raadgever, die zich als plicht zal stellen geen opleidingen te geven, wat volledig voorbehouden blijft voor gebrevetteerde instructeurs (Monitoren, Hulpmonitoren en Initiatoren).

  • Het is de clubbegeleider die zal beslissen of de vliegomstandigheden aangepast zijn aan het niveau van de piloot. Hij wordt verondersteld van dit niveau dus goed te kennen.
  • De beslissing om te starten en de manier waarop behoren toe aan de piloot.
  • Het behoort niet tot de bevoegdheid van de clubbegeleider om een piloot in zijn vlucht te begeleiden. Hij heeft echter wel de mogelijkheid om rechtstreeks tussen te komen om veiligheidsredenen. Dit kan bij de start, om deze af te breken of tijdens de vlucht om een piloot in moeilijkheden te helpen landen.
  • Hij kan eveneens tussenkomen om om het even welke piloot in moeilijkheden te helpen.

De clubbegeleider kan genieten van de BVVF-verzekering, die zijn Burgerlijke Aansprakelijkheid dekt ten opzichte van de begeleide leden indien deze ook lid zijn van de BVVF en via de BVVF verzekerd zijn.

2. De kandidaat “Clubbegeleider”:

  • De kandidaat moet door de club als dusdanig worden voorgesteld.
  • De kandidaat moet een schriftelijk verzoek indienen bij de Raad van Bestuur.
    Deze bevat:

    • Korte historiek van zijn ervaring (begin vliegcarrière, aantal vluchten, brevetten en alle andere elementen die zijn aanvraag kunnen steunen).
    • Aanduiden met welke vormende BVVF-Monitor hij zijn opleidingsstage wil doen. De Raad van Bestuur houdt zich het recht voor om te weigeren of om bijkomende inlichtingen te vragen over deze vormende monitor.

3. Voorwaarden om het brevet af te leveren:

  • Het BVVF-brevet van “Piloot XC” bezitten.
  • Het BVVF-brevet van “Observator” gedurende minstens 1 jaar bezitten.
  • Met vrucht een specifieke opleidingsstage van 3 dagen gevolgd hebben.
  • Zijn stageboekje bijgehouden hebben.
  • Het Europees EHBO brevet bezitten.
  • Aanvaard zijn als “Clubbegeleider” door de Raad van Bestuur van de BVVF, die met andere elementen kan rekening houden dan die hier vernoemd, om wel of niet het brevet toe te kennen.

3. Houding en verplichtingen:

  • Slechts clubbegeleider zijn in zijn eigen club.
  • Verliest zijn statuut indien hij van club verandert. Hij kan zijn statuut niet opeisen in een andere club dan door dewelke hij is voorgesteld (voor zij die in twee clubs lid zijn). Elke erkenning in een nieuwe of in een 2de club moet door de Raad van Bestuur van de BVVF toegekend worden.
  • Kan slechts optreden voor zijn eigen clubleden, die minstens 20 grote vluchten hebben uitgevoerd in één of meerdere opleidingsstages in een door de BVVF erkende school of een school erkend door een gelijkwaardige buitenlandse federatie, afgetekend door een BVVF-Monitor of een buitenlandse monitor (buitenlandse federatie moet erkend zijn door de BVVF). De namen en de nummer van het brevet van de Monitor(en) moeten duidelijk vermeld staan. De clubbegeleider moet nakijken of deze vluchten correct zijn afgetekend.
  • Mag geen enkele vergoeding ontvangen.
  • Mag zijn diensten als clubbegeleider aan geen enkele school aanbieden.
  • Mag alleen raad geven op vliegplaatsen die hij zelf goed kent en er zelf dikwijls gevlogen heeft.
  • Mag van zijn statuut geen gebruik maken om clubuitstappen te organiseren met commercieel karakter. In het kort: hij betaalt dezelfde prijs als de anderen op clubuitstappen.

4. Vorming:

De stage bevat:

Een theoretische vorming met als inhoud:

  • Sensibilisering in verband met de verantwoordelijkheid van de begeleider (juridisch, moreel, technisch).
  • Leren om piloten te ontvangen op nabijgelegen (of occasionele) vliegplaatsen van de club, leren om te beslissen of piloten kunnen vliegen in de op dat ogenblik heersende omstandigheden op een gekende vliegplaats.
  • Leren gebruik te maken van de groepsdynamiek zonder er de druk van te ondergaan.
  • De voorbereidingen en procedures voor de start aanleren (pre-flight check, keuze van de startplek, de omstandigheden, starthulp, start vrij, commando’s, enz…).
  • Een vluchtplan leren maken, en zich vragen stellen over de mogelijke gevaren.
  • Een landing veilig en correct leren opbouwen.
  • De piloten in vorming leren dat er gestructureerde opleidingen bestaan om zich te vervolmaken tot het brevet van piloot et tot de totale zelfstandigheid.
  • De totaliteit van de noodzakelijke theorie om de verschillende brevetten te verkrijgen kunnen herbekeken en uitgediept worden indien nodig.

Een praktische vorming met volgende punten:

Op de leshelling en bij “hoogtevluchten” met clubpiloten:

  • voorbereiding (pre-flight check, koppelsysteem indien lier- of sleepvliegen, naar de start begeven, hangcheck…).
  • Statisch evenwicht (met frontale of zijwind, of nulwind, invalshoek, starthulp…).
  • In beweging zetten (invalshoek, inertie, houding,…).
  • Startloop (grote passen, progressief versnellen en vleugel belasten, invalshoek behouden, traject behouden, ..)
  • Afronden-uitduwen (overpakken, timing, kick the keel, explosiviteit, neerkomen of meelopen).

De vormende monitor zal het stageboekje invullen en een stagerapport schrijven met de bevestiging of niet van de bekwaamheid van de kandidaat.

5. Bekrachtiging en aflevering brevet

Het stageboekje opsturen samen met de originele vereiste attesten naar het BVVF-secretariaat. Deze zal na goedkeuring door de Raad van Bestuur de lidkaart met het brevet die de bekwaamheid attesteert, opsturen.

6. Schorsing, intrekking van het brevet:

In geval van klacht of niet conform functioneren volgens de regels van de BVVF, houdt de Raad van Bestuur zich het recht voor om het brevet te schorsen of definitief in te trekken.