Wie is de Belgische Vrije Vlucht Federatie?
De Belgische Vrije Vlucht Federatie groepeert de beoefenaars van deltavliegen en parapente in België. Zij verzorgt het beheer van deze sporten in België (vliegplaatsen, brevetten, examens,…), organiseert de Belgische Kampioenschappen, en vertegenwoordigt België op internationaal vlak. De BVVF is een VZW, geleid door een vrijwillige beheerraad die democratisch verkozen wordt door de leden van de vereniging. Deze leden betalen een jaarlijks lidgeld, wat vrijwel de enige bron van inkomsten is voor de vereniging. In dit lidgeld is inbegrepen: het abonnement op het BVVF-tijdschrift, een verzekering Burgerlijke Aansprakelijkheid voor de vrije vlucht-sport (verplicht in de meeste landen) en een ongevallenverzekering (dekt medische kosten, overlijden, invaliditeit en opsporings- en reddingskosten).
Wat is “de Vrije Vlucht”?
De “Vrije Vlucht” is een verzamelnaam voor deltavliegen of ?zweven en parapente (of schermzweven). Delta’s en parapentes zijn hoofdzakelijk hellingzwevers: ze starten in het algemeen van een helling en proberen zich in de lucht te houden door in de stijgwinden vlak langs de helling te vliegen. Het gebeurt regelmatig dat vrijvliegers erin slagen deze helling te verlaten door gebruik te maken van thermische stijgwinden, die hen merkelijk hoger brengen dan de bergtoppen, zelfs tot aan de wolken.
Dankzij deze thermiekbellen zijn vluchten van verschillende uren en meerdere tientallen kilometers mogelijk en dit zowel in de bergen als in het vlakland, waar men opstijgt met behulp van een lier (winch) of van sleepvliegtuigjes (ULM’s of DPM’s). Deze sleeptechnieken worden dikwijls gebruikt in België. Natuurlijk bestaan er verschillende hellingstarts in België en bij de Belgische grenzen, hellingzweven blijft dus courant bij ons.
Wie kan de Vrije Vlucht beoefenen?
Hoewel de delta-scholing vrij zwaar is (het dragen van de vleugel op de leshelling), vereist deltavliegen geen buitengewone fysische conditie noch veel spierkracht. Parapente is zelfs nog toegankelijker dankzij het minieme gewicht en de vliegsnelheid die lager ligt dan bij delta. Voor de twee sporten zijn er aangepaste vleugels voor elk pilotengewicht en progressieniveau. Hoewel dit wettelijk niet vereist is, vragen de meeste scholen een medisch attest van uw huisarts, om te vermijden dat uw leven of dat van anderen in gevaar zou gebracht worden (epilepsie, hartziekten, slecht zicht…). Laten we toch niet vergeten dat het zeer intense sporten zijn… Er is geen minimum leeftijd maar voor minderjarigen is de schriftelijke toestemming van de ouders vereist.
Wat is de scholing en wat na de opleiding?
De Vrije Vlucht wordt aangeleerd in Erkende scholen door BVVF-Monitoren of erkende buitenlandse monitoren. Deze monitoren leren u de vleugel of het scherm te beheersen aan de grond, te starten en te landen, dit alles op een leshelling die niets anders is dan een zacht glooiende en progressieve helling. Na enkele dagen met sprongetjes die steeds groter worden, zal u beginnen met kleine en middelgrote glijvluchten om tenslotte een eerste hoogtevlucht te maken. Deze alsook de volgende zal gebeuren met radiobegeleiding, opdat de monitor u tijdens de vlucht en gedurende de landingsaanvlucht kan begeleiden. Deze hoogtevluchten gebeuren in de bergen en dus in het buitenland, tijdens hoogtestages. Vervolgens kunnen nog bergstages of vervolmakingstages volgen. Al deze stages gebeuren in het algemeen met het materiaal van de school (vleugels, radio’s, helmen?) Daarenboven geven de monitoren u een theoretische basis mee en bereiden ze u voor op het theoretische examen. Tenslotte nemen zij het praktisch examen van u af. Deze twee examens, samen met een aantal grote vluchten die opgetekend dienen te worden in een vliegboekje en afgetekend moeten zijn door een monitor of een BVVF-Observator, zullen u toelaten het BVVF-brevet van Delta- of Parapente- Piloot te bekomen. Het is over het algemeen pas na de scholing dat men zijn eigen materiaal koopt. Er is nieuw beginnermateriaal te koop bij de verdelers, maar er is ook een florerende tweedehandsmarkt. In elke editie van het BVVF- tijdschrift, waaraan alle leden automatisch geabonneerd zijn, zijn er aankondigingen van vrijvliegers die hun materiaal verkopen wegens aanschaf van prestatiemateriaal of wegens ophouden met vliegen. Dit materiaal is vaak nog in goede staat (*) maar het is belangrijk dat u zich laat helpen in uw keuze door ervaren piloten, die u eveneens zullen kunnen begeleiden voor uw eerste vluchten buiten de omkadering van uw school. Piloten kan u leren kennen in de clubs. (*) Parapente-schermen zijn gevoelig voor U.V.-stralen en slijten sneller dan delta’s (lijnen die over de grond schuren). Voor delta’s: opgepast voor corrosie van kabels en bouten, veroorzaakt door vliegen aan zee (zout water en zand). Deze kabels kunnen makkelijk vervangen worden, net als de lijnen bij een parapente, maar dit is specialistenwerk. De clubs organiseren regelmatig uitstapjes naar het buitenland, beschikken in sommige gevallen over een lier- of sleepvlieg- infrastructuur en laten u toe ervaring op te doen en vliegplaatsen te ontdekken terwijl u voordeel haalt uit de ervaring van gevorderde piloten. Het is zeer belangrijk om niet te gaan vliegen op voor u onbekende vliegplaatsen in het begin van uw carrière: de meeste zware ongelukken gebeuren in deze omstandigheden. Over het algemeen is het niet aangewezen te vliegen als er meerdere onbekende elementen zijn: nieuwe vleugel of harnas, nieuwe vliegplaats, onbekende weersomstandigheden… Na enige tijd zal u duurvluchten en afstandsvluchten (of “cross-country”-vluchten) kunnen maken, maar het is wel belangrijk te weten dat het luchtruim niet overal beschikbaar is voor de vrije vlucht en dat navigeren in de meeste gevallen noodzakelijk is (met kaart en kompas of GPS !). Tenslotte kan u zich meten met anderen en aldus nog verder evolueren tijdens kompetities en dit zowel in België als in het buitenland, of zelfs records proberen te vliegen. Als conclusie moet men zeggen dat de vrije vlucht een risicosport is en blijft, maar ook dat we niet meer ten tijde van de pioniers zijn: op zichzelf leren, een vleugel kopen of bouwen is zèèr gevaarlijk. Er zijn nu goede constructeurs, scholen en clubs om u te helpen. Profiteer ervan!
Wat is een IPPI-kaart en hoe kan ik ze verkrijgen ? Is er een internationaal brevet en hoe kan ik ze verkrijgen ?
De IPPI-kaart is een brevetequivalentiediploma die door de FAI wordt uitgereikt via de nationale federaties, hier dus de BVVF. Het wordt in zowat alle landen erkend die anderzijds een brevet zouden vereisen voor vliegactiviteiten, zijnde vrij vliegen of competitie.
De IPPI-kaart wordt slechts afgeleverd aan BVVF-leden die houder zijn van het BVVF-brevet van Piloot (IPPI-niveau 4) of XC-Piloot (IPPI-niveau 5) en die geldig verzekerd zijn voor de vrije vlucht. De IPPI-kaart blijft geldig zolang ze vergezeld is van een voor het lopende jaar geldige BVVF-lidkaart.
De IPPI-kaart is géén FAI Sporting Licence. De IPPI-kaart moet enkel éénmaal uitgereikt zijn op basis van brevetten, voor een prijs van 25€, terwijl de FAI Sporting Licence jaarlijks moet worden vernieuwd, voor 5€, en enkel nodig is voor competitie.
Meer informatie over de IPPI kaart kan u bekijken in onze pagina’s over de reglementering: ippi kaart